Interview vrijwilligers

INTERVIEW: Martijn

Kerk & Vluchteling maakt een frisse start in de tweede helft van 2021. Meest in het oog springend is een nieuwe voorzitter, Martijn, die leiding zal geven aan een anders georganiseerde stuurgroep. Via de stuurgroep van Kerk & Vluchteling Leersum is nu een directe verbinding met een vijftal kerken gelegd. Martijn hoopt samen met de vluchteling kerk te kunnen zijn en denkt dat we als Nederlandse kerk kunnen omzien naar de vluchteling om hun situatie enigszins te verlichten.

Hoe kwam Kerk & Vluchteling Leersum op je pad?
“Al vele jaren geleden kwam Kerk & Vluchteling op mijn pad door meerdere asielzoekers die onze kerk bezochten. De mooie en bijzondere ontmoetingen met vluchtelingen leidde ertoe dat ik actief werd bij de mannenactiviteiten. Na een pauze van een aantal jaren vanwege mijn studie theologie ben ik weer terug maar dan als medewerker van Stichting Gave. Samen met mijn vrouw zijn we uitgezonden vanuit onze kerk om te dienen binnen Stichting Gave.”

Je ambitie is om een AZC pastor te worden. Hoe is dit gegroeid?
“Het is al heel lang mijn verlangen om mensen te helpen in hun geloofsleven. Of dit nu mensen zijn die God nog niet kennen en verlangen Hem te leren kennen of mensen die al lang geloven. Met hen loop ik graag een stukje op om nog meer van Hem te ontdekken, ik ervaar steeds meer hoeveel rijkdom daarin verborgen ligt. In de contacten met asielzoekers ben ik ook steeds meer gaan ontdekken hoe rijk het is om met andere culturen toch die Éne God te dienen. Maar de contacten lieten ook zien wat hun situatie is en hoe je met heel weinig heel veel kan betekenen, iets wat ik miste in mijn vorige werk in de IT. In 2020 kon ik bij Gave gaan werken en inmiddels mag ik pionierend invulling gaan geven aan de functie van AZC pastor. Het is mooi om naast de studie theologie dit ook in de praktijk te mogen brengen.”

De nieuw opgezette stuurgroep is inmiddels drie keer bij elkaar gekomen. Met de nieuwe stuurgroep willen we een betere samenwerking bereiken tussen lokale kerken in het omzien naar de vluchteling. We hopen hiermee gemakkelijker vrijwilligers te kunnen betrekken in het werk door de betrokkenheid van vijf kerken uit de buurt van AZC Leersum.

Wat merken de vluchtelingen zelf van deze nieuwe aanpak?
“Doordat kerken meer betrokken zijn op dit werk hopen we ook de clubs gemakkelijker te kunnen voorzien van vrijwilligers en de benodigde financiën/middelen. Hierdoor kunnen we ofwel met een hogere regelmaat mooie activiteiten organiseren, ofwel nieuwe initiatieven opzetten. Dit zorgt voor meer contact met vluchtelingen, hierdoor kan er beter met hen meegeleefd worden. Door met ze mee te leven wordt hun situatie verlicht.”

Ga je zelf ook meedoen aan activiteiten?
“Jazeker, in eerste instantie wil ik weer meedoen met de mannenactiviteiten. Binnenkort hopen we weer de eerste activiteit te kunnen organiseren. Daarnaast lijkt het me ook mooi om betrokken te raken op een Bijbelstudiegroep. En uit het verleden weet ik dat deelnemen aan de activiteiten ook weer individuele contacten brengt. Verder zou ik ook graag individueel pastoraat geven. Dat kan heel breed zijn, dat kan zijn voor vluchtelingen die worstelen met bepaalde problematiek maar dat kan ook zijn voor vluchtelingen die zoekend zijn in hun geloofsleven. In dit pastoraat hoop ik Gods verhaal te verbinden aan het verhaal van de vluchteling. Ben je in contact met een vluchteling die pastorale gesprekken kan gebruiken, laat het me weten.“


INTERVIEW: JOS VAN RAALTE

Een aantal keer per jaar organiseert Jos, samen met andere vrijwilligers, activiteiten voor vluchtelingmannen. De communicatie gaat soms lastig, maar je hebt volgens hem geen woorden nodig om contact te leggen. “Met handen en voeten en vooral met een vriendelijk blik kan je laten merken dat je de ander waardevol vindt.”

Waarom ben je dit vrijwilligerswerk gaan doen?
Nadat ik als leiding met een jongerenkamp van stichting Gave was mee geweest, wilde ik wel vaker contact met vluchtelingen. Van de jongeren op het kamp had ik gehoord hoe zwaar en saai het leven in een AZC kan zijn. Het leek mij goed en leuk om de mannen in het AZC van Leersum ook even afleiding te bieden. Maar dat moest wel naast een drukke baan passen. Gelukkig kon ik aanhaken bij de mannenactiviteiten.

Wat doen jullie zoal met een activiteit?
De activiteiten die we doen zijn bedoeld om ontspanning en afleiding te bieden. Het concept is makkelijk: iets actiefs en iets met eten/drinken. We hebben een aantal vaste activiteiten die we regelmatig laten terugkomen. Zo doen we Boerengolf, helaas altijd nog binnen vanwege het weer. We noemen dit farmers hockey, want in Syrië heten dit soort spellen geen golf maar hockey. Bowlen wordt ook altijd gewaardeerd. De meest actiefste tot nu toe is trapkarren. Met twee tot zes personen op een skelter een rondje rijden. Als je dan een aantal jongere jongens voor op de trapkar zet die de competitie met een andere groep aangaat, dan kan je soms je voeten maar beter van de trappers halen. Zonder mij winnen ze ook wel.

Wat zijn vind je leuk aan dit werk?
De activiteiten zijn vaak genoeg om mannen te leren kennen, de voorbereidingstijd is goed in te plannen en het biedt mogelijkheid om het contact uit te breiden. Communiceren is altijd weer een leuke uitdaging. Gelukkig spreken veel asielzoekers wel een paar woorden Engels, maar lang niet allemaal! Toch kan je tijdens een activiteit wel contact krijgen. Niet altijd met veel woorden, maar met handen en voeten en vooral met een vriendelijk blik kan je laten merken dat je de ander waardevol vindt. Dat krijg je ook in woorden of een handdruk terug!

Ervaar je cultuurverschillen?
Soms moet ik wel even omschakelen. Als we een spel doen heb je spelregels. Daar moet je je aan houden, want dan is het eerlijk. Toch? Of denk ik nu te veel als een Nederlander? Maar ga maar eens proberen om de hele groep in één keer alle regels te leren. Dat gaat je niet lukken. En dat hoeft ook niet. Plezier is niet gekoppeld aan regels. De cultuur is ook bepalend bij hoe er met regels wordt omgegaan. De ene groep probeert altijd net wat meer op te rekken, de laatste groep met Boerengolf hield zich opeens meer aan de regels.


INTERVIEW: ERIK WOLVERS

Al bijna drie jaar draait Erik structureel mee met de jongensclub. Hij vindt het mooi om zo een ‘schakeltje te zijn in de ketting die God gebruikt om mensen tot zich te trekken.’ Cultuurverschillen zijn hierbij soms lastig, maar er zijn ook positieve kanten aan: ‘Van de gastvrijheid van asielzoekers kunnen we best wat leren.’

Waarom ben je dit werk gaan doen?
Ik was al enige tijd actief voor de stichting Jij Daar!, die jongerenavonden organiseert. Op zo’n avond waren Jaap van de Kamp en Jurjen ten Brinke daar als gast, die beiden veel met vluchtelingen en immigranten werken. Dat maakte indruk op me en deed me bidden: ‘Heer, laat mij er ook voor die mensen zijn’. Twee weken later sprak ik Jaap bij een kerstviering met vluchtelingen in onze kerk en hij heeft me de jongensclub binnengeloodst.

Wat vind je het mooiste aan het vrijwilligerswerk? En zijn er ook minder leuke kanten?
Pfoe, veel dingen zijn mooi. Mijn eerste taak is er voor die mensen te zijn en hun aandacht, een luisterend oor, of gewone een leuke avond met afleiding bieden. Maar het is natuurlijk ook mooi om te praten over de Liefde die ons drijft. Maar het lukt niet altijd om er tijd voor vrij te maken en een enkele keer loopt het contact niet zo goed. Dat ligt onder andere aan de cultuurverschillen, denk ik.

Hoe ervaar je deze cultuurverschillen?
Om met wat moois te beginnen: de gastvrijheid van die mensen, die vaak weinig hebben, verwondert me vaak en daar kunnen we best wat van leren. Maar er zijn ook minder leuke kanten. Het besef dat je je afspraken moet nakomen lijkt niet bij alle vluchtelingen even goed te leven. Regelmatig ben ik op afspraak naar het AZC gegaan en kwam ik vervolgens voor een dichte deur. Tegelijkertijd waren er dan wel vaak anderen bij wie ik zo op bezoek kon, maar toch is het niet zo fijn. Andere voorbeelden zijn dat ik wel eens mensen heb boos gemaakt doordat ik ze niet naar een coffeeshop wilde rijden. Of door te zeggen dat ik geen religies respecteer maar mensen. Soms ben ik ook wel erg direct en dat zal dan ook niet altijd helpen. Gelukkig hebben we het bijna altijd wel weer bij kunnen leggen. En laat ik ten slotte nog zeggen dat die cultuurverschillen met lang niet iedereen hetzelfde zijn. Er kan behoorlijk verschil zitten tussen de mensen, ook als ze wel uit hetzelfde land komen.

Heb je een mooie ervaring die je wil delen of iets wat je wilt meegeven aan andere vrijwilligers?
​Tja, wat zouden ze willen weten? Ik vind het mooi iets van Gods liefde te laten zien en in gesprekken vooroordelen jegens het christendom weg te nemen. Zelf zou ik niet direct mensen weten die daardoor tot geloof gekomen zijn, maar ik heb wel mensen tot geloof zien komen die aangeraakt waren door het goede gedrag van christenen in andere plaatsen. Mooi hoe we zo met z’n allen schakeltjes mogen zijn in de ketting die God gebruikt om mensen tot Zich te trekken.


INTERVIEW: THIRSA WINKEL

Thirsa is al vier jaar actief voor de meidenclub en doet dit met veel plezier: ‘Het is echt heel mooi om aan het eind van de avond blije gezichten te zien. (…) Twee zussen die een presentatie op school moesten geven over iets moois in hun leven, presenteerden de meidenclub’.

Waarom ben je dit werk gaan doen?
Ik ben begonnen omdat ik graag vrijwilligerswerk wilde doen. Het maakte mij niet uit wat. Ik kwam in contact met stichting Gave en zij stuurden me door naar Leersum waar ze meiden nodig hadden voor de meidenclub. Het werk kreeg steeds meer mijn hart en ik ben veel van de meiden gaan houden. Ik doe het werk omdat ik mijn tijd en energie graag besteed om een leuke avond te organiseren voor meiden die in onzekerheid leven, die nog weinig vriendinnen hebben en/of meiden met een vluchtverhaal. Ik voel me gedreven door de liefde van God. Ik voel me ontzettend dankbaar als ik met de meiden mag optrekken en dat ik ze mag leren liefhebben.

Wat vind je het mooiste aan het vrijwilligerswerk?
Het mooiste aan het werk vind ik de avonden waarop je ziet dat de meiden ontspannen en los komen. Er wordt veel gelachen en nieuwe vriendschappen worden gemaakt. Ze zijn even weg van het AZC en kunnen plezier maken met elkaar. Ik vind het prachtig om alle culturen bij elkaar te zien. Ze delen allemaal dat ze moesten vluchten vanwege een benarde situatie in het thuisland en ze moeten nu opnieuw beginnen, dat schept een band.

Zijn er ook minder leuke kanten?
Ja, door mijn werk in de zorg moest ik het weekend vaak weer vroeg op, dat gaf wel veel drukte in het weekend. Ook vond ik het lastig wanneer meiden ruzie hadden onderling of wanneer we graag wat wilden delen maar er geen aandacht was.

Ervaar je cultuurverschillen?
Er is heel veel op te noemen, maar het leuke is dat als je spelletjes gaat doen, gaat sporten of gaat knutselen dat veel cultuurverschillen wegvallen. Ze moeten allemaal opnieuw beginnen en leren. Ik merk meer de verschillen als ik op bezoek bij de meiden thuis ben. Manieren van eten, de verwachtingen en het sociale gewenste gedrag. Dat laatste merk je veel bij de oosterse (warme) culturen. Omdat het belangrijk is dat je de ander ‘te vriend’ houdt, zeg je niet dat je geen zin hebt of niet komt. Dan zeg je dat je ziek bent of dat je moeder ziek is. Wij zouden zeggen dat je dan niet eerlijk bent, maar zij vinden het belangrijker dat je respect hebt voor diegene die je vraagt.

Heb je een mooie ervaring die je met ons wil delen?
Het is echt heel mooi om aan het eind van de avond blije gezichten te zien die dankbaar zijn dat jij er bent, die een gezellige avond hebben gehad, waar aandacht was voor iedereen. Van twee Somalische zussen die richting Den Haag verhuisde, hoorden we terug dat ze een presentatie op school moesten houden van iets moois in hun leven. Zij presenteerden de meidenclub uit Leersum.


INTERVIEW: JACQUELINE KOSTER

‘Moslimvrouwen hebben mijn hart!’, vertelt Jacqueline Koster. ‘Juist zij hebben God nodig en moeten weten dat ze gerespecteerd worden door ons en geliefd door God’. Ze is vrijwilliger bij de vrouwenmiddag die een keer in de drie weken op zaterdag wordt georganiseerd. Dit doet ze vanuit haar grootste drijfveer: de liefde van Christus.

Waarom ben je vrijwilliger geworden bij de vrouwenclub?
Ik heb jarenlang onder moslimvrouwen gewerkt in Afrika en wilde dat ook graag doen in Nederland. Ik ben in contact gekomen met ‘Evangelie en Moslims’ en heb daar een cursus gevolgd. Als ‘stageplaats’ konden we kiezen waar we een kijkje in de keuken wilden nemen en zo kwam ik terecht bij de ‘vrouwenontmoeting’ in Veenendaal. Door andere vrijwilligers werd ik gevraagd af en toe mee te draaien met de vrouwenclub in Leersum en dat doe ik inmiddels al weer zo’n 2 jaar met veel plezier. Ik vind het erg boeiend om te zien hoe gevarieerd de achtergronden van deze vrouwen zijn en hoe er soms onverwachte vriendschappen opbloeien tussen de vrouwen onderling en met de vrijwilligers.

Wat maakt dit werk zo waardevol?
Moslimvrouwen hebben mijn hart! Zij hebben (of krijgen) het in Nederland niet gemakkelijk als allochtone vrouwen en al helemaal niet als ze moslim zijn. Dit maakt ze voor velen verdacht.Ik zie alle vrouwen, maar juist ook moslimvrouwen als vrouwen die God nodig hebben en die moeten weten dat zij gerespecteerd worden door ons en geliefd door God. Ik wil graag de vrouwen bereiken met het evangelie. In dit vrouwenwerk zie ik mogelijkheden om vriendschappen te maken, iets te delen van het evangelie, vooroordelen te verdrijven en er zelf rijker van te worden. Mijn grootste drijfveer is de liefde van Christus!

Kun je een speciale of mooie herinnering delen met ons?
Ik vind het mooi als de vrouwen kwetsbaar durven te zijn en iets van zichzelf laten zien. Ontroerend is het als ze hun verdriet met je delen. Ik vind het heel mooi als we iets van God kunnen vertellen; dat kan een gelijkenis zijn of een ander Bijbelverhaal. Helemaal mooi als naar aanleiding van het Bijbelverhaal een heel gesprek (deze keer met voornamelijk christenvrouwen) op gang komt over Gods plan met ons leven. Mooi om dan samen te bidden en alle nood bij God neer te leggen.

Zijn er ook moeilijke kanten aan dit vrijwilligerswerk?
Soms wel, je verwachtingen zijn soms te hoog gespannen.

Wat zou je willen zeggen tegen iemand die twijfelt dit werk te gaan doen?
Ik zou zeggen: kom eens kijken. Ik denk dat niet iedereen zich op zijn gemak voelt bij allochtone vrouwen, maar ik heb gemerkt dat je het wel kunt leren als je je openstelt. Het is zo de moeite waard om deze vrouwen te respecteren en ook om van hen te leren! Ze hebben vaak meer meegemaakt dan wij. (oorlog, verlies, eenzaamheid, ontworteld zijn) Het is een voorrecht om deze vrouwen iets van de liefde van God te laten zien. Bid erover, kom kijken!


INTERVIEW: MARIA VAN REES

Maria van Rees is nu ongeveer een jaar actief bij de kinderclub. Daarvoor was ze betrokken bij een kinderclub in een buurthuis. ‘Toen dat stopte, zocht ik daar vervanging voor, want werken met kinderen vond ik erg leuk.’ 

Waarom ben je dit werk gaan doen?
Ik was eerst betrokken bij een kinderclub in een buurthuis voor kinderen in de wijk, maar dat stopte. Daar zocht ik toen vervanging voor, omdat ik het werken met kinderen wel heel leuk vond. Hoe ik toen precies bij deze kinderclub terecht ben gekomen weet ik niet meer.

Wat vind je het mooiste aan het vrijwilligerswerk?
Het zingen met de kinderen. Ik houd zelf erg van muziek maken, maar dat samen met anderen doen is nog leuker. Op de kinderclub is het echt een moment waarbij iedereen oplet en actief meedoet. En de kinderen genieten er echt van. Het is ook leuk om op een ander moment dan nog te horen dat de kinderen de liedjes echt kennen.

Zijn er ook minder leuke kanten?
Dat verschilt een beetje per keer. Soms is het heel druk en gaat alles zo snel, dat je bijna geen tijd hebt om er van te genieten. Ik kies er dan soms bewust voor om even rustig met een kind een spelletje te doen om zo echt contact te maken. Anders gaat de middag zo snel voorbij.

Ervaar je cultuurverschillen?
Eerlijk gezegd let ik daar niet echt op. Het komt denk ik ook niet zo sterk naar voren als je met kinderen werkt. Zij spreken al snel Nederlands en passen zich ook snel aan. Behalve dan de dropjes, dat vinden ze echt niet lekker!